Glas is een transparant, hard maar bros materiaal dat meestal wordt gemaakt van gesmolten zand (siliciumdioxide), soda (natriumcarbonaat) en kalk (calciumoxide). Na verhitting tot hoge temperaturen wordt het mengsel snel afgekoeld, waardoor glas zijn typische structuur en eigenschappen krijgt.
Belangrijkste eigenschappen van glas
-
Transparantie: Laat licht door, ideaal voor ramen en gevels.
-
Isolerend vermogen: Speciale beglazing kan warmte en geluid buiten houden.
-
Duurzaamheid: Bestand tegen weersinvloeden, roest niet en verkleurt nauwelijks.
-
Bewerkbaarheid: Glas kan worden gesneden, gebogen, gelamineerd of gecoat.
Soorten glas
Er bestaan vele soorten glas, elk met unieke eigenschappen en toepassingen:
-
Floatglas: Het meest gebruikte basistype glas, glad en helder.
-
Gehard glas: Vijf keer sterker dan gewoon glas en veiliger bij breuk.
-
Gelaagd glas: Bestaat uit meerdere lagen met folie ertussen; biedt extra veiligheid.
-
Isolatieglas (HR++ / Triple glas): Voor energiezuinige toepassingen.
-
Matglas / melkglas: Laat licht door maar is niet doorzichtig – ideaal voor privacy.
-
Zonwerend glas: Reflecteert zonnewarmte om oververhitting te voorkomen.
Toepassingen van glas
Glas wordt gebruikt in tal van sectoren en situaties, zoals:
-
Woningen en gebouwen: Ramen, deuren, daken, gevels.
-
Interieur: Douchewanden, balustrades, tafels en spiegels.